Kinderliedjes van Oma

Ze mogen niet vergeten worden. De allerleukste kinderliedjes van vroeger. Bekende en minder bekende liedjes die vroeger veel gezongen werden.

Kinderliedjes van Oma

De kinderliedjes van Oma zijn al niet meer zo heel bekend. Toch willen we ze graag nog in omgang houden, vandaar dat ik ze op internet plaatst. Want alles wat op internet gezet wordt gaat niet zomaar verloren. Gelukkig. Ik ben benieuwd hoeveel kinderliedjes jullie nog kennen.  De kinderliedjes van Oma ken ik nog heel goed en ook best nog wel veel, maar om ze nu allemaal meteen in dit blog te zetten is natuurlijk erg veel. Heb je zelf nog teksten die er niet bijstaan, mail me dan gerust dan kan ik het nakijken en misschien wel meerdere van dit soort blogs maken. Ben je op zoek naar de tekst van een kinderliedje dan mag je natuurlijk ook even mailen naar omagerda@vanenvooroma.nl en zet bij het onderwerp even erbij Kinderliedjes van Oma.

 

Overzicht titels kinderliedjes van Oma

 

Ze mogen niet vergeten worden. De allerleukste kinderliedjes van Oma van vroeger. Bekende liedjes die vroeger veel gezongen werden.
Ze mogen niet vergeten worden. De allerleukste kinderliedjes van Oma van vroeger. Bekende liedjes die vroeger veel gezongen werden.

1. Opa Bakkebaard 

Opa Bakkebaard heeft een huisje
En in dat huisje daar is het goed
Opa Bakkebaard is aan ’t werken
En weet jij wel wat hij doet
Hij veegt de vloer, met een bezem, met een bezem
Hij veegt de vloer, ja zo veegt hij de vloer.

Opa Bakkebaard heeft een huisje
En in dat huisje daar is het goed
Opa Bakkebaard is aan ’t werken
En weet jij wel wat hij doet
Hij snijdt zijn brood, met een zakmes, met een zakmes
Hij snijdt zijn brood, ja zo snijdt hij zijn brood

Opa Bakkebaard heeft een huisje
En in dat huisje daar is het goed
Opa Bakkebaard is aan ’t werken
En weet jij wel wat hij doet
Hij naait zijn broek, met een spijker, met een spijker
Hij naait zijn broek, ja zo naait hij zijn broek

 

2. Boer wat zeg je van mijn kippen

Boer, wat zeg je van mijn kippen
Boer, wat zeg je van mijn haan
Hebben ze dan geen mooie veren
Of staat jou de kleur niet aan
Boer, wat zeg je van mijn kippen
Boer, wat zeg je van mijn haan

 

3. Zagen, zagen wiedewiedewagen

Zagen, zagen wiedewiedewagen
Jan kwam thuis
Om een boterham te vragen
Vader was niet thuis
Moeder was niet thuis
Piep zei de muis in ’t voorhuis
Maar het voorhuis was gesloten
Toen gingen wij naar de boten
De boten waren toe
Toen gingen we naar de koe
De koe die wou ons bijten
Toen gingen we naar de geiten
De geiten wilden ons slaan
Toen gingen we naar de maan
De maan die draaide rond,
Toen vielen we op de grond!

 

4. Schuitje varen, theetje drinken

Schuitje varen, theetje drinken
Varen we naar de Overtoom
Drinken we zoete melk met room
Zoete melk met brokken
Kindje mag niet jokken

 

5. Zigeunermeisje

Er zat een klein zigeunermeisje
Huilend op een steen
Huilend, huilend
Helemaal alleen
Sta op meisje lief
En droog je traantjes af
Kies een kindje uit
Met wie je dansen mag

Er zat een klein zigeunerjochie
Huilend op een steen
Huilend, huilend
Helemaal alleen
Sta op jochie lief
En droog je traantjes af
Kies een kindje uit
Met wie je dansen mag

Er zat een klein zigeunermeisje
Huilend op een steen
Huilend, huilend
Helemaal alleen
Sta op meisje lief
En droog je traantjes af
Kies een kindje uit
Met wie je dansen mag

 

6. Wel Anne Marieke

Wel Anne Marieke, waar gaat gij naar toe
Wel Anne Marieke, waar gaat gij naar toe
‘k Gane naar buiten al bij de soldaten
Hopsasa, fallala, Anne Marie

Wel Anne Marieke, wat gaat gij daar doen
Wel Anne Marieke, wat gaat gij daar doen
Haspen en spinnen, soldaatjes beminnen
Hopsasa, fallala, Anne Marie

Wel Anne Marieke, hebt gij er geen man
Wel Anne Marieke, hebt gij er geen man
Heb ik geen man, ik krijge geen slagen
Hopsasa, fallala, Anne Marie

Wel Anne Marieke, hebt gij er geen kind
Wel Anne Marieke, hebt gij er geen kind
Heb ik geen kind, ik moete niet zorgen
Hopsasa, fallala, Anne Marie

Wel Anne Marieke, hebt gij er geen lief
Wel Anne Marieke, hebt gij er geen lief
‘k Heb er niet één, ik heb er wel zeven
Hopsasa, fallala, Anne Marie

 

7. Torentje, torentje bussekruit

Torentje, torentje bussekruit
Wat hangt er uit
Een gouden fluit
Een gouden fluit met knopen
’t Torentje is gebroken

 

8. Toen onze mop een mopje was

Toen onze Mop een Mopje was
Was hij aardig om te zien
Nu bromt hij alle dagen
En bijt nog bovendien
Waf-woef, waf-woef
Waf-woef, waf-woef
En bijt nog bovendien
Nu bromt hij alle dagen
En bijt nog bovendien

Je bent een recht bedorven dier
Eerst at je wat ik bood
Nu wil je lekk’re beetjes
En lust niet eens meer brood
Waf-woef, waf-woef
Waf-woef, waf-woef
En lust niet eens meer brood
Nu wil je lekk’re beetjes
En lust niet eens meer brood

De Mop zei hierop tot de knaap
Hoe dwaas praat gij daar toch
Had gij mij niet bedorven
‘k Was een lief Mopje nog
Waf-woef, waf-woef
Waf-woef, waf-woef
‘k Was een lief Mopje nog
Had gij mij niet bedorven
‘k Was een lief Mopje nog

 

9. Daar zaten zeven kikkertjes

Daar zaten zeven kikkertjes
Al in een boerensloot
De sloot was toegevroren
De kikkertjes hallef dood
Ze kwekten niet, zo kwakten niet
Van honger en verdriet
Daar zaten zeven kikkertjes
Al in een boerensloot

 

10. En zo rijden wij te peerd

En zo rijden we te Peert
Op een ezel, op een ezel
En zo rijden we te Peert
Op een ezel zonder steert

En zo rijden we naar Boom
Op een ezel, op een ezel
En zo rijden we naar Boom
Op een ezel zonder toom

En zo rijden we naar Luik
Op een ezel, op een ezel
En zo rijden we naar Luik
Op een ezel zonder buik

En zo rijden wij terug
Op een ezel, op een ezel
En zo rijden wij terug
Op een ezel zonder rug

En zo rijden wij hop hop
Op een ezel, op een ezel
En zo rijden wij hop hop
Op een ezel zonder kop

 

 

Geef een reactie